Twee weken Mozambique zijn voorbijgevlogen. Soms echt letterlijk. September betekent het einde van de lente en is de wisselvallige windmaand bij uitstek. De temperatuur kan van de ene op de andere dag wel tot 15° verschillen. Best dat ik een uitgebreide garderobe mee heb. Die snotvalling kon ik helaas niet vermijden. Voorlopig kan ik enkel iets vertellen over Polana, onze wijk in Maputo. Valt totaal niet te vergelijken met de rest van het land. Een buurt die je helemaal niet verwacht in de top 10 armste landen ter wereld.
Ik geef toe, ik boet niet graag in op comfort. De westerse norm vind ik best oké. Goeie huisvestiging, snel internet, kleine boetiekjes en leuke restaurants. Qua structuur, allemaal present. Met een aangename exotische flair. De cultuur, dat is soms een ander verhaal. Dan verschijnt er plots een frons op mijn voorhoofd en trek ik mijn linkeroog een beetje op. Zoals bij de ongeschreven verkeersregels. Ben je met de wagen? Dan heb je altijd voorrang. Ook als het groen licht is voor de voetgangers. Ook als er effectief, op het zebrapad, iemand aan het oversteken is. Dan liefst nog een beetje gas bijgeven. Of wanneer een lokale kunstenaar zijn schilderwerkjes, houten beelden of tafellakens probeert te verkopen, wanneer jij net gezellig op restaurant zit. Gewoon omhoog houden die handel. Buiten, tegen het gesloten raam. Zolang die armspieren het aankunnen. Maar evengoed opkomende kraaienpootjes rond mijn ogen. Van het schaterlachen. Om de didactische aanpak van onze Mozambicaanse lerares Olivia. Zoals een echte marktkramer, stampt ze al dreunend de Portugese taal in de koppekes onze bonte bende. Iedere weekdag propt een hoopje allegaar bestaande uit een Guinese, twee Chinezen, een Indische, een Cabo Verdische, een Komoraan, een Columbiaanse, een Mozambicaanse, een Vietnamees, een Australiër en twee Belgen zich in een piepklein lokaaltje in de Instituto de Linguas. Vaak in Mozambicaanse tijd. Kwartiertje later beginnen en 10 minuten vroeger stoppen. Zo hebben we het graag.
Expatleven ja. Maar dan wel graag met een vleugje lokale cultuur. We zijn er niet vies van. De taal leer je in de lokale school. Groenten en fruit koop je op de lokale markt of gewoon op straat. Voor kitesurfen neem je les bij een Mozambicaanse surfdude. Na dit alles toch ook stiekem genieten van de vrijdagse lunch met The first Ladies nadat we opgepikt worden door de Txopela. Of van een spetterende housewarming exclusief voor de collega’s. Leven in een grote maar transparante bubbel, waar af en toe een gaatje in mag geprikt worden. Me desculpe, só que năo ;-).